….en waarom ik dat iedereen aanraad.

De schrijfster Andreas Burnier zei ooit dat ‘ieder kind de biografie van zijn ouders moest schrijven. Al was het maar op drie A-viertjes.’ Geïnspireerd door deze opmerking en door mijn studie Nederlands, vatte ik het plan op om het levensverhaal van mijn vader Kees Nijsse op papier te zetten. Omdat ik elf jaar oud was toen hij stierf, was hij in mijn herinnering alleen een ‘vaderfiguur’ gebleven, een romanpersonage als het ware. Ik wist weinig van zijn persoonlijkheid en van zijn activiteiten buiten ons gezin. Daar was ik wel nieuwsgierig naar. Af en toe vroeg ik mijn moeder iets, maar dan kreeg ik vaak dezelfde verhalen te horen, die haar emotioneerden. Dan begon ik maar gauw over wat anders. Het plan bleef een plan.

Ondertussen had ik wel veel ervaring opgedaan met biografisch onderzoek. Tien jaar lang bestudeerde ik het leven en werk van de Nederlandse schrijfster Clare Lennart (1899-1972). Ik sprak onder andere met haar nabestaanden, oud-collega’s en vriendinnen. Zo ontdekte ik hoe fijn deze mensen het vonden dat ze vrijuit mochten vertellen over het verleden en over hun relatie met Clare Lennart.  In juni 2017, deze week precies drie jaar geleden, promoveerde ik op het boek Voor ’t gewone leven ongeschikt. Een biografie van Clare Lennart.

Na de afronding van het intensieve promotietraject kwam er eindelijk ruimte om mijn oude plan uit te voeren. Aan de hand van fotoboeken haalde ik samen mijn moeder herinneringen op aan de twintig jaar waarin zij haar leven met Kees deelde. Inmiddels wist ik welke gerichte vragen ik moest stellen om haar geheugen te stimuleren. Zij bleek ook nog behoorlijk wat documenten te hebben en ik had al eerder allerlei papieren ‘veilig gesteld’. De doos met condoleancepost bevatte vele fijne brieven. De feiten uit dit papieren archief kon ik kleur geven door gesprekken met familieleden en vrienden van Kees. Deze gesprekken gaven me niet alleen meer informatie over mijn ouders, maar brachten mij ook dichter bij de mensen uit hun leven.

De eerste versie van het levensverhaal nam ik samen met mijn moeder door. Zij vond het soms confronterend, maar heeft het ook als waardevol ervaren dat ik haar herinneringen in perspectief kon zetten en kon aanvullen. Na een half jaar kon ik Kees’ familie tijdens de traditionele nieuwjaarsreceptie het levensverhaal van hun broer overhandigen: 36 A-viertjes plus foto’s onder de titel ‘Een sterke bloem’. Dat was een memorabel moment. Zij haalden samen herinneringen op aan hun gezamenlijke jeugd. Enthousiast begon mijn neef Dick van der Heijde vervolgens aan het vastleggen van het levensverhaal van zijn ouders en zijn eigen jeugd. Dat werd zelfs een officieel boek: Je zal m’n ouders maar zijn. 

Het onderzoek naar Kees’ leven had nog een belangrijk effect. Gaandeweg had ik veel gegevens over mijn moeders leven verzameld, ook over haar jeugd en de jaren na de dood van haar man. Ik was net op tijd, want de ziekte van Alzheimer sloeg genadeloos toe in haar brein. Binnen twee jaar was opname in een verpleegtehuis nodig. De verzorging vroeg me om iets over mijn moeders leven en interesses op te schrijven. Omdat het materiaal ‘klaarlag’, kon ik dat relatief snel doen. Aan de hand van mijn verhaal kan het personeel mijn moeder nu persoonlijke zorg geven. En ja, mocht zij komen te overlijden, dan ligt de ‘terugblik op haar leven’ voor de uitvaart als het ware al klaar.

Schrijven over mensen die je zo nabij zijn, is – uiteraard – aangrijpend, maar geeft ook veel voldoening. Mijn broer en ik leerden zo de wereld van onze ouders beter kennen en we leerden ook veel over onszelf. Omdat zo enthousiast ben over het vastleggen van levensverhalen, heb ik in oktober 2019 een workshop gehouden tijdens de ViZi collegetour. Het was geweldig om de deelnemers te inspireren om levensverhalen te bewaren in tekst, tekening, fotoboek, film, lappendeken, podcast of website. Kan ik jou helpen om de eerste stappen te zetten?

Ik ben Petra Teunissen-Nijsse, freelance journalist en biografisch onderzoeker bij Leven in Woorden, www.leveninwoorden.nl.